Historie Boornbergum
Korte historie van het dorp Boornbergum
Boornbergum (Fries: Boarnburgum) werd in 1543 vermeld als Berghum en Bergum. In 1573 werd het vermeld als Bornberghen en in 1580 als Boornbergum. Bergum is het datief meervoud van een berg. De plaats was dus ontstaan op een verhoogd terrein of heuvel. De latere toevoeging van ‘Boorn’ duidt erop dat het niet ver van de rivier de Boorne was gelegen.
Het boerendorp lag op een hoogte tussen de lage venen in het westen en de hoge venen in het oosten. De Boornbergumer Petten (ook wel “Kritebosk” of “De Krite” genoemd), die westelijk van Boornbergum zijn gelegen, zijn nog een herinnering aan de verveningen.
Het dorp bleef een tijdlang een kleine boeren kern. Toch kende het een groot gebied tot ver in het lage westen, dat tot het dorp werd gerekend.
Zo vielen Smalle Ee, De Wilgen en Goëngahuizen er ook onder. In de 18e eeuw groeide de kern van een aantal verspreide huizen en een kerk tot een dichtere kern.
De dorpskerk is in 1871 gebouwd ter vervanging van een kerk die in 1734 was gebouwd en die ook al weer een oudere verving. De eiken preekstoel dateert uit de tweede helft van de 17de eeuw. De huidige Hervormde kerk heeft een driezijdig gesloten koor en een houten geveltoren. Aan de Easterbuorren staat de gereformeerde kerk uit 1911, een zaalkerk met een geveltoren.
Na de tweede helft van de twintigste eeuw groeide het dorp naar het noorden uit en wat later ook tot aan de Middelgeast, een losse buurtschap die sindsdien niet meer als een zelfstandige plaats wordt gezien. In de westelijke kant van het dorpsgebied ligt het buitengebied van het dorp, met diverse boerenbedrijven aan de Krite.
Boornbergum is nu één van de totaal 14 officiële woonkernen die behoort tot de gemeente Smallingerland. Met zijn ca. 1.840 inwoners per 2023 is het, na Drachten (45.450 inwoners in 2023) het tweede grootste dorp qua inwoners in de gemeente Smallingerland.
In het boek Smellingera-land, (uitgegeven in 1944) dat zich in bibliotheek van Smelne’s Erfskip bevindt, wordt de geschiedenis van Boornbergum uitvoerig in 12 pagina’s beschreven.